DE KEUZE VAN IRENE
Wie beter dan Irene,
die in de rubriek IN DE KIJKER
al zo gepassioneerd bezig bleek met poëzie,
kan ons elke maand een gedicht aanreiken?
Geniet van haar keuze.
november 24
DIT VERDRIET
Dit verdriet is echt
zoals een valse edelsteen echt glas kan zijn:
ik besef het wel, ik eet en leef
en er zijn erger dingen, ook voor mij,
maar toch....
Ik zie de vogels, toch: ik hoor ze niet.
ik hoor de vogels, toch: ze zijn verborgen.
ik ben niet heel.
Ik ben een halve zoen,
een halve streling,
ik ben niet heel.
Jan G. Elburg
JOANNES GOMMERT ELBURG (1919 -1992) bekend als Jan G. Elburg, was een Nederlands dichter en beeldend kunstenaar, die tot de Vijftigers wordt gerekend. Als beeldend kunstenaar was hij actief als graficus, schilder, tekenaar, beeldhouwer en collagist, hij was jaren docent aan de Rietveld Academie.
Elburg werd geboren in Zeeland. Hij verhuisde op jonge leeftijd met zijn ouders naar Amsterdam-Noord, waar hij verder opgroeide. Eind jaren 1930 begon hij als laborant in Amsterdam, en kwam in de oorlog in het verzet. Hij kwam in contact met dichters als Gerrit Kouwenaar en Lucebert, met wie hij zich aansloot bij de Cobragroep. Als jonge dichter en kunstenaar was Elburg geïnspireerd door troubadourspoëzie en het surrealisme. Hij experimenteerde met grafische technieken, schilderde en maakte fotomontages. Hij schreef ook reclameteksten.
In 1948 werd Elburg onderscheiden met de Jan Campert-prijs voor “Klein t(er)reurspel”. Verder ontving hij in 1959 de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor “Hebben en zijn,” in 1970 de Feniksprijs voor zijn gehele oeuvre, en in 1976 de Constantijn Huygens-prijs nogmaals voor zijn gehele oeuvre.
Bron Wikipedia.
oktober 24
OPNIEUW
Ik leerde omgaan met mijn paar gebreken,
en op een toon van montere tragiek
over “wat minder fijne motoriek”
en “matige coördinatie” spreken.
Ik zie mezelf ook liever niet als ziek,
en zoek in alles steevast naar een teken
dat wel gaat. Ik word niet raar bekeken
in stad of straat. Zo’n stok staat zelfs wel chic.
Ik poog mijn oude leven te hervinden,
al is de grootste helft allang voorbij
en zou ik mij aan niets meer moeten binden.
Maar zonder oog voor het verlopend tij
tast ik nog steeds halsstarrig in den blinde.
Hoe wankel, ik ook sta. Ik handhaaf mij.
Jean Pierre Rawie
JEAN PIERRE RAWIE (°1951) is een Nederlands dichter en vertaler, bekend om zijn flamboyante levensstijl. Hij bracht diverse bundels uit en werd ook een paar keer gelauwerd. Hij werd nationaal bekend in Nederland door zijn optredens in het televisieprogramma van Sonja Barend.
Met Annie M.G. Schmidt, Nel Benschop en Toon Hermans behoort hij tot de best verkopende dichters van Nederland. Zinnen uit zijn werk duiken vaak op in rouwadvertenties.
In 2008 ontving hij de Charlotte Köhler Prijs, een Nederlandse driejaarlijkse oeuvreprijs voor auteurs, die afwisselend wordt toegekend aan een auteur van toneelwerk, poëzie en proza.
Bron Wikipedia
september 24
POEZIE IS EEN DAAD
Poëzie is een daad – jazeker- maar
het is ook een vorm van zwijgen
Ook zwijgen is een daad
het is spreken over wat men
niet zeggen kan
Zoals je spreekt over het zien
van je tuin en het is niet je tuin
waarover je spreekt.
Poëzie is ontroering.
Rutger Kopland
Op verzoek van de uitgever hebben 62 schrijvers en dichters een bijdrage geschreven voor een felicitatiebundel voor de tachtigste verjaardag van Remco Campert in 2009. Oude (Lehmann, Kouwenaar) en jonge (Sylvie Marie, Maarten Inghels) dichters huldigen er broederlijk en zusterlijk hun jarige collega. Sommigen spreken Campert met zoveel woorden toe, of verwijzen zijdelings naar de jubilaris. Anderen gaan gewoon hun eigen autonome gang. Maar ze doen dat wel allemaal op hun persoonlijke, unieke manier. En leveren zo een mooie staalkaart van de Nederlandse poëzie van vandaag. Rutger Kopland bijvoorbeeld, zoals het hierboven staat.
Jan de Jong
Diverse dichters – Poëzie is een daad. Gedichten voor Remco Campert. De Bezige Bij, Amsterdam. 104 blz. ± €15,00 (antiquarisch)
Deze recensie stond eerder in Levende Talen Magazine 2009-7
extraatje: het gedicht van Campert
Poëzie is een daad
Poëzie is een daad
van bevestiging. Ik bevestig
dat ik leef, dat ik niet alleen leef.
Poëzie is een toekomst, denken
aan de volgende week, aan een ander land,
aan jou als je oud bent.
Poëzie is mijn adem, beweegt
mijn voeten, aarzelend soms,
over de aarde die daarom vraagt.
Voltaire had pokken, maar
genas zichzelf door o.a. te drinken
120 liter limonade: dat is poëzie.
Of neem de branding. Stukgeslagen
op de rotsen is zij niet werkelijk verslagen,
maar herneemt zich en is daarin poëzie.
Elk woord dat wordt geschreven
is een aanslag op de ouderdom.
Tenslotte wint de dood, jazeker,
maar de dood is slechts de stilte in de zaal
nadat het laatste woord geklonken heeft.
De dood is een ontroering.
-------------------------------------------------
uit: 'Het huis waarin ik woonde' (1955)
zomer 24
Een levend wonder
Man en vrouw
hart en geest
zwart en wit
moslim, jood of christen,
de verdeeldheid leidt nergens toe...
Voelen we niet hetzelfde?
Huilen, lachen, dromen we niet allemaal
en gaan we niet door het leven
op zoek naar geluk?
Waarom blijven we altijd vechten
slaan we anderen in de boeien,
proberen we te beperken,
verspreiden we intolerantie?
Hoe lang nog?
Diversiteit is
rijkdom
essentie
Weet het, mens!
Jouw broer
jouw zus
zijn levende wonderen.
Leer
te waarderen
en met anderen te leven in harmonie.
Anna Maria Stępień, POLEN
Vertaling Germain Droogenbroodt
ANNA MARIA STEPIEN, geboren in Polen, is economiste en Engels taalkundige. In 2020 studeerde ze af aan de universiteit van Krakau als vertaler.
17 jaar lang gaf ze Engels en was ze vertaler. Nu is ze uitgever bij een literair magazine en coördineert ze een Internationaal Festival van Poëzie en Fiction. Ze schrijft gedichten en korte verhalen in het Engels en het Pools.
juni 24
Zij herinnert zich
Zij herinnert zich
heuvels, rotsen, mergelgrotten
en goddelijke valleien.
Verschillend in de
sprankelijke bijna-stilte
waarin het denken wegdroomt en zwijgt.
Zij herinnert zich de lage mist,
de legendarische lage mist.
Het vergezicht, de zolderkamer
en de muziek van Leonard Cohen.
Zij herinnert zich
de eerste, tijdeloze tederheid.
De zwijgzaamheid van het ogenblik.
Het onuitwisbaar verlangen
naar onsterfelijkheid.
Antoon Van den Braembussche
ANTOON VAN DEN BRAEMBUSSCHE is cultuurfilosoof, professor emeritus aan de Vrije Universiteit Brussel en dichter. Zijn dichtbundel “Liefdesverklaring “ (1979) wordt als zijn echte literaire debuut beschouwd. Hij schreef het onder het pseudoniem Tonko Brem in de Yang Poëzie reeks. De bundel werd door critici erg goed ontvangen en beleefde meteen een tweede druk.
Met zijn dichtbundel Kant-tekeningen (2007), dat hij onder eigen naam publiceerde, kreeg zijn poëzie een nieuwe wending. Vanaf nu bewoog zijn poëzie zich op het raakvlak tussen filosofie en kunst. Poëzie is dé creatieve plek bij uitstek waar kunst en filosofie elkaar kunnen ontmoeten.
In de meest recente dichtbundel Alles komt terug (2018) raken de drie kernelementen van kunst, spiritualiteit en filosofie elkaar dankzij de herhaaldelijke verwijzing naar Nietzsche’s “eeuwige terugkeer van het gelijke”. Deze dichtbundel is een uiterste poging om het onuitsprekelijke onder woorden te brengen. In Alles komt terug bezoekt Antoon Van den Braembussche de achterkant van de taal. Enkel daar kan het onuitsprekelijke gezegd worden. Door het naamloze te noemen, raken we de dingen en de mensen om ons heen aan en worden we ook zelf aangeraakt. We zien de dingen voor het eerst écht en in dat zien laten we de wereld bestaan in al zijn complexiteit.
Bron Wikipedia.
mei 24
Op marktplaatsen heb ik naar jou gezocht.
Ik wist je naam niet, wilde die niet weten.
Op elke website wist ik jou te heten,
hoewel ik nergens op je hopen mocht.
Toen ik je vond, was je verrassend echt.
je maakte lange vingers van gedachten.
Je vlocht mijn woorden tot een strik. Je lachte,
al had ik volgens mij niets raar gezegd.
We scheppen wie ons liefheeft naar ons beeld.
In wolken valt een wereldrijk te winnen.
Bestaan is een illusie die je steelt.
Ik kan je slechts als fantasie beminnen.
En op een blanke bladzij die vergeelt
wil ik je weer als een gemis verzinnen.
Ilja Leonard Pfeiffer
uit Giro Giro Tondo
een obsessie
Sedert de avond met de winnaar van de BOON Literatuurprijs fictie/non-fictie 2024 & de BOON publieksprijs 2024, Ilja Leonard Pfeijffer, hoort bij de naam en de boeken nu ook de stem, het beeld, de ontmoeting. Meer weten? Blik mee terug en glimlach.
april 24
Abril
Y... liegó abril
con su luz
de primavera
Sonriente como flor
ataviada de sol,
de color y de armonía.
Abril efímero…
como las flores del cerezo,
como aleteo de colibrí.
Bajo tu claridad nací
con lluvia entre los ojos;
la luna fue testigo.
Inés Blanco,
Luna de abril, Colombia
April
And . . . April came
with its light
of spring.
Smiling like a flower
dressed up in sunshine,
by color and harmony.
Ephemeral April . . .
like cherry blossoms,
like the hummingbird’s flutter.
Under your light I was born
with rain between my eyes;
the moon was a witness.
Inés Blanco,
Luna de abril, Colombia
vertaling Stanley Barkan
April
En... april kwam
met zijn licht
van de lente.
Lachend als een bloem
opgetooid met zonneschijn,
met kleur en harmonie.
Efemere april...
zoals de kersenbloesems,
zoals het geklapwiek van een kolibrie
Onder jouw licht werd ik geboren
met regen tussen mijn ogen;
de maan was getuige
Inés Blanco,
Luna de abril, Colombia
vertaling Germain Droogenbroodt – Stanley Barkan
over de vertaler GERMAIN DROOGENBROODT is een Belgisch dichter, vertaler en uitgever (°1944) die vooral bekendheid verwierf als vertaler van de gedichten van meerdere buitenlandse dichters. In uitgeverij POINT (POesie INTernational) publiceert hij al meer dan 30 jaar talrijke dichtbundels van moderne dichters uit verschillende delen van de wereld.
Hij was secretaris-generaal van het World Literature Congress in Valencia, secretaris-generaal van de World Academy of Arts & Culture en bestuurslid van het World Congress of Poetry. Hij woont al vele jaren in Spanje en kreeg daardoor meer aandacht en ook meer erkenning in het buitenland. Hij bezocht verschillende keren China en bevorderde de uitwisseling tussen Chinese en westerse poëzie.
Zelf heeft hij ook een tiental dichtbundels gepubliceerd, de vertaalde bundels van zijn in het buitenland gepubliceerde poëzie niet meegerekend. Niet alleen omdat hij meertalig poëzievertaler is, maar ook als dichter, is Droogenbroodt een auteur tussen twee (of meer) werelden.
Hij werd gelauwerd met o.m. de Hawthornden Fellowship in Schotland, de Buckinx Prize voor zijn boek Conversation with the Hereafte; laureaat op de 29e Premio de Poesia Juan Alcaide in Spanje, de PEGASUS-PRIJS van de Mongoolse Academie voor Cultuur en Poëzie en een eredoctoraat in Caïro.
Bron – Wikipedia
maart 24
Lenteverlangen
Tussen de regen en de wolken
een lucht vol spannende beweeglijkheid,
de drassige tuin een beurt gegeven,
de regenton van haar overlast bevrijd.
Tussen regen en wolken,
vol overgave de warme zonnestralen
gezien, gevoeld, geprezen en geaaid,
met natte voeten het parket bevuild.
Tussen regen en wolken,
een op komst zijnde lentezaligheid geprezen,
een onweerstaanbaar verlangen herkend,
de deur geopend voor een licht vanbinnen.
Agnes Pas
Agnes Pas (°1940) behoort in kerkelijke kringen beslist tot de ‘bekende Vlamingen’. Zij werkte als nationaal verantwoordelijke door de VKSJ, Vrouwelijke Studerende Jeugd (nu KSJ) en was educatief stafmedewerkster aan het Theologisch Pastoraal Centrum in Antwerpen. Als voorzitster van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad en Broederlijk Delen werkte zij jaren mee aan het beleid in kerkelijke en andere organisaties en groeide er een wereldwijde verbondenheid.
Ze schrijft, schildert en maakt sculpturen en beelden. Voor haar is kunstzinnig en creatief bezig zijn nooit een vlucht uit het leven van elke dag. Het is een uitdaging om in het gewoonste der dingen iets te laten zien van het mysterie dat er in schuil gaat. Schoonheid, kunst en spiritualiteit raken elkaar waar de zoektocht naar het innerlijk begint.
Bron Halewijn
februari 24
Thuiskomst
Ik heb je lief, al kan ik het niet weten.
Ik bedenk het als je thuiskomt van een dag
in je leven. Maar het is geen gedachte.
Je streelt mijn wang en wie weet,
dat gebaar. Het wordt duizend keer gemaakt
voor het bestaat. Hangt je jas aan de kapstok,
iets van niets, maar morgen ontbreekt het
misschien. Of schudt de dag uit je haar.
Wat ik dan daarin zie, is het begin.
Het huis ontstaat, de tafel neemt plaats,
wij veroorzaken elkaar. Het is toch niet
denkbaar dat iemand dit alles verzint.
Bernard Dewulf
uit: 'Waar de engel gaat', 1995
BERNARD DEWULF studeerde Germaanse filologie. Hij werkte bij Het Nieuwe Wereldtijdschrift als redacteur, als columnist voor De Morgen en voor het Weekblad De Standaard. Hij werkte ook jaren voor NTGent als dramaturg.
Hij is onmiskenbaar een bijzonder dichter, die zijn woorden met grote zorgvuldigheid kiest en trefzeker zijn taal hanteert. Iemand met een ingehouden zegging die bovenop het mooie dat er staat ook nog veel weet te suggereren. De schitterende bundel ‘Waar de egel gaat’ (1995) wint dan ook terecht de Prijs voor het Beste Literaire Debuut.
Van 2012 tot 2014 was hij stadsdichter van Antwerpen. Sinds januari 2017 was hij ‘writer-in-residence’ van het Koninklijk Museum voor Schone kunsten van Antwerpen.
Hij publiceerde heel wat gedichten, proza en toneel en kreeg talloze onderscheidingen.
Op 23 december 2021 overleed hij, onverwacht, op 61-jarige leeftijd.
bronnen: Wikipedia, gedichten.nl
Meer weten over deze 'schatbewaarder van de ogentroost, sublieme bijlichter van de dagelijksheid, chroniqueur van het kleine leven' ? Lees het HIER.
december 23
KERSTDAG 1557
Voorzichtig zilver van de winter lag
gelijk een mal van mist om alle dingen
met zoveel onverwachte wisselingen
van bijna wit naar wit de hele dag.
Ik wilde stil zijn en alleen bedacht
op koningen en herders, hoe zij gingen
(van boven af een aanbegin van zingen)
de lange weg ten einde van de nacht
en zonder vragen of getorste vracht
van ongeledigde herinneringen
gaan in de stoet van de verkorelingen
die enkel moed bezitten en geen macht.
Anton van Wilderode
Uit De Vlinderboom. Carlos Quinto in Yuste,
een cyclus van honderd gedichten
ANTON VAN WILDERODE, pseudoniem van Cyriel Paul Coupé (1918 – 1998) was een veelzijdig iemand: priester, auteur, dichter, classicus, vertaler en scenarist. Hij studeerde klassieke filologie aan de universiteit van Leuven, waarna hij tot 1983 leraar was aan het Sint Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas. Hij had onder meer Paul Snoek, Tom Lanoy en Erik Spinoy als leerling.
Hij debuteerde met de nouvelle Dis al in 1939, die al meteen bekroond werd. Zijn debuut als dichter volgde in 1943 met De moerbeitoppen ruischten. Vlaamsgezind als hij was, schreef hij ook gedichten voor de Vlaams Nationale Zangfeesten en voor de IJzerbedevaarten.
Van Wilderode was ook actief als vertaler van onder andere Vergilius (de Bucolica, de Georgica en de Aeneis) en diverse gedichten van Horatius.
Hij ontving tal van prijzen en huldeblijken. Hij werd Doctor Honoris Causa van de Leuvense universiteit, lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en kreeg de Koopalprijs 1974 voor zijn complete Vergiliusvertaling. In 1980 werd hem de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie toegekend voor de bundel Dorp zonder ouders. In datzelfde jaar ontving hij de Vondelprijs van de universiteit van Münster (West-Duitsland).
In 1987 kreeg hij de Driejaarlijkse Staatsprijs ter Bekroning van een Schrijverscarrière. Nog in 1987 mocht hij de Vijfjaarlijkse Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 1986 èn de Sabamprijs ontvangen, als twee bekroningen voor het hele oeuvre. Twee jaar later viel hem voor zijn Horatìusvertaling (1988) de Jaarlijkse Prijs De Standaard te beurt en samen met Max Wildiers en Hubert Lampo werd hij in 1993 door de Vlaamse Raad met een erepenning bedacht.
Na zijn pensionering in 1982 woonde en werkte Anton van Wilderode in zijn geboortedorp Moerbeke-Waas. Hij bleef een veelgevraagd spreker en tot aan zijn overlijden bleef hij productief als dichter.
bron Wikipedia
november 23
PROJECTIE.
Het zal wel donker zijn, en stil, als je er niet meer bent.
Misschien zo stil en donker als het ademloos moment
waarop het zaallicht dimt voordat de film begint,
Dat ogenblik. De hele eeuwigheid. Misschien.
Maar als je droomt dat je een vlinder bent,
kun je evengoed een vlinder zijn
die droomde dat hij mens was.
Je mag dit nooit vergeten. Op een dag
kust een van ons de ogen van de ander dicht
en moet dan weten: dit is louter pauze totdat alles
weer opnieuw begint. Jij en ik – geen stof, maar licht.
Ingmar Heytze
INGMAR HEYTZE begon op 15-jarige leeftijd met dichten. Hij studeerde Algemene Letteren in zijn geboortestad Utrecht en debuteerde in 19 met De allesvrezer en was de eerste "huisfilosoof" van het Utrechtse Centraal Museum. Hij werkte als freelance journalist voor diverse magazines en bladen en schrijft sinds 1999 wekelijks een column in de Utrechtse editie van Algemeen Dagblad. In 2009 volgde hij Nico Dijkshoorn op als sportcolumnist bij de Volkskrant.
In 2008 ontving hij de tweejaarlijkse C.C.S. Crone-prijs en in 2016 de Maartenspenning. In 2009 is Heytze werd hij de eerste officiële Utrechtse stadsdichter.
Wikipedia.
oktober 23
DAGEN
Niet alle dagen zijn dezelfde.
Er zijn dagen
die zomaar openen en sluiten.
Dat zijn de doordeweekse dagen.
Er zijn dagen die het ritme
van het leven maken.
Dat zijn de feestdagen.
En tussen al die dagen door
zijn er dagen die meer kunnen dragen
en verdragen dan andere.
Dat zijn de heilige dagen van het leven.
Niet alle dagen zijn hetzelfde.
Antoon Vandeputte
Antoon Vandeputte (°1957) studeerde in Kortrijk, volgde een opleiding van onderwijzer in Antwerpen en kreeg aan het Grootseminarie van Brugge een priesteropleiding, gevolgd door Baccalaureaat Theologie in Leuven. Hij gaf les en was internaatsverantwoordelijke in Brugge. Hij is verantwoordelijke pastoraal gehandicaptenzorg voor Caritas West-Vlaanderen, begeleider schoolpastoraal en catechese voor Buitengewoon Onderwijs Bisdom Brugge en aalmoezenier aan het Penitentiair centrum Brugge.
Wikipedia
juni 2023
ZOMERNACHT
Doe nu eens even die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren na.
Bramenplukker die je bent zoals vroeger maar nu.
Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.
Doe in je hoofd uit de lamp,
hoor wat er is,
ademt en ritselt,
kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in het hart
en proef het
zo rood als het sap van de bramen.
Wees langzaam
door vogels gezonden het wordende licht.
C.O. Jellema
uit Stemtest, 2003
Nederlands dichter en essayist Cornelius Onno (Cor) Jellema (1936 - 2003) studeerde theologie en Duits, werd leraar Duits aan middelbare scholen en wetenschappelijk medewerker Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en schreef kritieken over Duitse literatuur in NRC Handelsblad.
Hij debuteerde in 1961 met enkele gedichten in het literair tijdschrift De Gids en brak in 1981 definitief door met de bundel De schaar van het vergeten.
In zijn vroege gedichten zocht Jellema naar een relatie tussen de 'verteller' in het gedicht, en de wereld buiten die 'verteller'. Later speelt 'de tijd' een belangrijke rol in zijn werk. In enkele bundels probeert hij een synthese tussen 'voelen' en 'denken', emotie en ratio, te bewerkstelligen. De gedichten van C.O. Jellema zijn gekenmerkt door een strakke vorm, en geregeld maakt hij gebruik van de sonnetvorm.
Als essayist schreef hij geregeld kritieken en essays over de Duitse literatuur, onder meer in NRC Handelsblad, en over de Nederlandse poëzie. De opstellen die hij schreef over onder andere Heinrich Heine, Theodor Fontane, Rainer Maria Rilke, Georg Trakl, Gerrit Achterberg en Hans Faverey, werden verzameld onder de titel Oefeningen bij een beek (2000).
Bron: Wikipedia.
Meer weten over hem? Gerben Wynia schreef een Jellema-biografie. Lodewijk Verduin las het en schetste in feb 23 een portret in De Groene Amsterdammer
mei 2023
Haven
Mijn moeder was de haven,
mijn vader een boot.
Mijn moeder was de boot,
mijn vader een zeil.
Mijn moeder was het zeil,
mijn vader een wind.
Mijn moeder was de wind,
mijn vader een horizon.
De haven, de boot, het zeil, de wind,
de reis en de horizon
waren mijn moeder
en mijn vader en ik
waren reizigers;
de een van de wereld
naar haar binnenkant,
de ander van haar binnenkant
naar de wereld
Rodaan Al Galidi
Uit : Neem de titel serieus , 2018
Rodaan Al Galidi werd geboren in Irak. Zijn geboortedatum is evenwel onbekend, aangezien in zijn streek van herkomst geboortedata over het algemeen niet worden geregistreerd en verjaardagen niet worden gevierd.
Al Galidi studeerde af in de Irakese stad Erbil als civiel ingenieur. Na zijn studie vluchtte hij uit Irak om de dienstplicht te ontwijken. Hierna zwierf hij jarenlang door Azië voordat hij in 1998 in Nederland aankwam, waar hij asiel aanvroeg, wat hem werd geweigerd waardoor hij was uitgeprocedeerd. Hij mocht daarom geen lessen Nederlands bijwonen. Al Galidi leerde zichzelf de Nederlandse taal en begon te schrijven. In Vlaanderen ontving hij een werkbeurs. In 2007 kreeg Al Galidi alsnog een verblijfsvergunning in Nederland door een generaal pardon.
Hij schreef onder de namen Rodaan, Al Galidi en Rodaan Al Galidi proza en poëzie en behaalde heel wat prijzen en nominaties, o.m. de Literatuurprijs van de Europese Unie in 2011 voor ‘De autist en de postduif’
Bron Wikipedia
april 2023
WAT HET IS
Het is onzin
zegt het verstand
Het is wat het is
zegt de liefde
Het is tegenslag
zegt de berekening.
Het is alleen maar pijn
zegt de angst.
Het is uitzichtloos
zegt het inzicht.
Het is wat het is
zegt de liefde.
Het is belachelijk
zegt de trots.
Het is lichtzinnig
zegt de voorzichtigheid.
het is onmogelijk
zegt de ervaring.
Het is wat het is
zegt de liefde.
Erich Fried
ERICH FRIED (1921 - 1988) was enig kind van Joodse ouders. Toen zijn vader na de Anschluss werd vermoord, vluchtte hij met zijn moeder naar Londen. Tijdens en na de tweede wereldoorlog vervulde hij diverse banen, waaronder bibliothecaris. In 1952 werd hij commentator van een Duitstalig radioprogramma bij de BBC, een baan die hij om politieke redenen opgaf in 1968.
In 1987 ontving hij de prestigieuze Georg-Buchner-Preiss. Alhoewel hij op jonge leeftijd begon met schrijven, kwam zijn literaire productie pas op gang vanaf 1958, jaarlijks verscheen er minstens één dichtbundel. Hij publiceerde ook romans, verhalen, essays, hoorspelen en hooggeprezen vertalingen in het Duits van werken van Eliot, Thomas, Graham Green en Shakespeare.
Kenmerkend voor Fried is zijn spaarzaam, puntig taalgebruik. Uit zijn werk spreekt zijn eigen levenservaring: het gemis van een vaderland, het gevoel van bedreiging en het verlangen naar een verloren jeugd.
Fried was vooral een geëngageerd schrijven en publiceerde in de jaren zestig o.a. twee anti-Vietnam bundels. Ook trok hij, Jood zijnde, de aandacht met zijn uitgesproken atheïstische en antizionistische opvattingen en zijn stellingname tegen Israëls Palestijnenpolitiek.
bron Wikipedia.
maart 2023
ZOEK NIET TE VER
Je verwonderen
over het gewoonste,
Het spelen van het licht,
het strelen van de wind.
De openhartigheid van een bloem,
het gezoem van een bij.
Zoek niet te ver,
je zit vlak bij het vuur,
het geheim dat leven heet.
Het liefste, het warmste – geluk
Iedere dag weer
ligt het voor de hand.
Hans Bouma
Uit Zien wat je droomt
met illustraties van Marjolein Bastin.
Hans Bouma studeerde theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en werkte geruime tijd als gemeentepredikant voor de Gereformeerde Kerken op diverse plaatsen in Nederland. In de periode 1986-1999 werkte hij als uitgever.
Sinds 2000 presenteert hij het programma "Dichter bij muziek" waarin hij gedichten voordraagt in een muzikale omlijsting. Ook gaat hij nog regelmatig als gast voor in kerkdiensten, vaak in diensten van poëzie en muziek. Bouma staat bekend als “de dierendominee”. Hij vindt dat christelijke ethiek zich niet beperkt tot de omgang van mensen met elkaar, maar ook die met dieren omvat en zo organiseert hij sinds 2014 jaarlijks in de week voor kerst samen met de dierenrechtenorganisaties Comité Dierennoodhulp en Een Dier Een Vriend de Vredesdienst voor Dieren. Hij was enige tijd bestuurslid bij de Partij voor de Dieren en vanuit die partij in 2015 ook kandidaat voor de Senaat.
Bouma publiceerde naast poëzie verschillende boeken en bundels op het gebied van theologie, liturgie, ethiek, natuur en milieu.
Bron Wikipedia
jan 2023
WINDGREEP
Enkele woorden
zo licht
als populierzaden
stijgen
gedraaid door de wind
zinken
moeilijk te vangen
dragen ze ver
zoals populierzaden
Sommige woorden
maken de aarde los
later misschien
werpen ze een schaduw
een smalle schaduw
misschien ook niet.
Hans Magnus Enzensberger.
Vertaling : Germain Droogenbroodt.
Hans Magnus Enzensberger (Kaufbeuren, 11 november 1929 – München, 24 november 2022) was een Duits schrijver, dichter, vertaler en redacteur, die diverse literaire prijzen won. Hij woonde in München en schreef ook onder het pseudoniem Andreas Thalmayr.
Hij studeerde literatuur en filosofie aan de universiteiten van Erlangen, Freiburg, Hamburg en aan de Sorbonne in Parijs.
Hoewel hij in de eerste plaats een dichter en essayist was, was Enzensberger ook actief in theater, film, opera, radiodrama, reportages en vertalingen. Hij schreef romans en ook diverse boeken voor kinderen.
Bron Wikipedia
Zijn uitgeverij Suhrkamp bestempelt hem als een van de belangrijkste Duitse schrijvers en denkers.
Meer weten over Hans Magnus Enzensberger? Kristien Bonneure schreef over hem voor vrtnws n.a.v. zijn overlijden in nov 22.
dec 2022
KERSTNACHT
De mist blijft aan de takken hangen.
Over weiland sluiert nevel:
de aarde houdt de adem in.
Het licht van een ster gedimd,
en donkerblauwe schaduwen.
Een klok klept in de verte.
Geen herders en geen kudde.
Op tafel de resten van een feest
en glazen dure wijn.
Maar buiten hangt de stilte
als nevel aan de wilgen.
De aarde houdt haar adem in.
Filip Jansen
nov 2022
DE MAAN
Alles wat dood is, is wonderbaar en onuitsprekelijk:
een dood blad en een dode mens
en de schijf van de maan.
En alle bloemen kennen het geheim
en het bos bewaart het,
dat de kringloop van de maan om de aarde
de baan van de dood is.
De maan spint haar wonderlijk web
waar de bloemen van houden,
de maan spint haar feeërieke net
rond alles wat leeft.
De maansikkel maait de bloemen
in de nachten van het late najaar,
en alle bloemen wachten eindeloos verlangend
op de kus van de maan.
Edith Södergran
Edith Södergran in 1917
foto The Swedish Literature Society Finland.
EDITH SÖDERGRAN was een Fins-Zweedse dichteres en werd geboren op 4 april 1892 in Sint-Petersburg. Ze liep er school.
In 1907, overleed haar vader aan tuberculose en in het jaar daarop werd ook bij haar deze ziekte geconstateerd. Ze werd naar een sanatorium gestuurd, maar daar voelde zij zich niet thuis. Gevoelens van gevangenschap, veroorzaakt door de ziekte en het sanatorium, zijn terugkerende thema's in haar poëzie.
In oktober 1911 reisden Edith en haar moeder naar Zwitserland, en werd zij opgenomen in het Davos-Dorf sanatorium. In mei 1912 was haar conditie voldoende verbeterd en kon zij weer huiswaarts keren. De ziekte keerde later echter terug, in 1923 overleed ze thuis, in Finland. Ze werd slechts 31 jaar oud.
Tijdens haar leven kreeg ze weinig erkenning, maar vandaag wordt ze beschouwd als een van meest vooraanstaande dichters van Finland en een van de belangwekkendste modernistische dichters van Scandinavië. Zij was de eerste Fins-Zweedse modernist en was beïnvloed door het Franse symbolisme, het Duitse expressionisme en het Russische futurisme. Haar gedichten worden gekarakteriseerd door een vrij ritme en een zachtaardige intimiteit, waardoor ze goed toegankelijk zijn voor de lezer.
Haar eerste werk, Gedichten, bevat een aantal van haar bekendste liefdesgedichten, die geïnspireerd werden door een mislukte liefdesaffaire. In haar latere werk schiep Södergran sterke, profetische beelden die haar critici schokten. Haar laatste werk, Het land dat niet is, is een collectie van teruggetrokken, intieme gedichten die zij schreef kort voor haar overlijden. Zij werden verzameld door de auteur Hagar Olsson en postuum gepubliceerd.
Bron : Wikipedia.
okt 2022
WOLK
Deze wolk, die ik niet kan benoemen
hij beneemt me het licht van de dag.
Soms begint hij te trillen en zoemen
Juist wanneer ik net liefheb en lach.
Deze wolk wil me komen vertellen
dat ik struikel en dom ben en moe.
Dat ik loop op een vlak dat zal hellen
dat ik ben wat ik denk, wat ik doe.
Deze wolk maakt me somber, zwaarmoedig.
Maakt me bang, maakt me gek, maakt me daas.
Ik wil lucht, ik wil licht, ik wil moedig
en ik blaas en ik blaas en ik blaas.
Deze wolk wil niet weten van wijken.
Drijft precies boven daar waar ik ben.
Totdat ik naar de zon leer te kijken
en mijn wolk accepteer en erken.
Ik denk dat de wolk nog niet klaar is,
maar hoewel hij er is, ’t is een feit:
Deze wolk bepaalt niet wat er waar is
en uiteindelijk raak ik hem kwijt.
Anne Lies Mossel – de Kievit
Anne Lies Mossel - de Kievit is een jonge, Nederlandse vrouw met 4 opgroeiende dochters. Ze heeft een chronische ziekte. Door te schrijven kan ze haar talenten inzetten voor anderen. Ze heeft al heel wat bundels op haar naam staan, veelal rond het thema verdriet en rouw. Haar gedichten zijn zowel meelevend als bemoedigend.
Het gedicht Wolk wordt op de Dag tegen Kanker in Beveren voorgedragen door een lid van De Passanten. Kom op tegen Kanker organiseert de Dag tegen Kanker jaarlijks, op de derde donderdag van oktober. Nog meer dan anders, wil de vereniging kankerpatiënten en hun naasten die dag tonen dat ze er niet alleen voor staan.
sept 2022
ALLE TIJD VOLSTAAT
Ik heb het einde verborgen en ben vergeten
waar. Dat leek mij een prima begin.
Weinig goeds wordt beter van een einde,
ook jij weet dat. We zijn niet onaangetast.
Intussen is het al vele jaren zoek, en dat
bevalt ons uitstekend.
We hebben alle tijd
en alle tijd volstaat, elke ochtend opnieuw
wij, elke ochtend opnieuw voorgoed.
Stijn Vranken
Stijn Vranken (Leuven, 1 februari 1974) is dichter en poëzieperformer. Vranken is medeoprichter van De Sprekende Ezels, een maandelijks terugkerend open podium voor poëzie, muziek, comedy en andere podiumkunsten in Antwerpen, Brussel, Leuven, Turnhout en Gent. Vranken was tevens al vaak de gast op verschillende culturele podia, waaronder Zuiderzinnen, Hotel Ideal, Literaal, Nacht van de Poëzie en Koningsblauw.
Behalve dichter is Vranken ook tekstschrijver voor het theater. Hij schreef twee radioboeken voor De Buren en stond op de planken met zijn eigen voorstellingen.
In 2008 verscheen zijn eerste dichtbundel Vlees mij! bij Meulenhoff/Manteau. Samen met illustratrice Sabien Clement bracht hij in 2010 het boek Aaron Holsters: Restauratie van een droom, uit.
Wees gerust, maar niet hier, zijn tweede bundel, werd in 2011 gepubliceerd bij De Bezige Bij Antwerpen.
Van 2014 tot 2016 was hij stadsdichter van Antwerpen.
Info Wikipedia.
Meer weten over Stijn Vranken? Snuister eens rond op zijn website. U vindt er meer gedichten, impressies en alles wat hij kwijt wil over zijn literaire activiteiten.
©Zin in Zomer.be
Stijn Vranken
in de zomer van 2011
tijdens Zin in Zomer,
het festival voor literatuur en illustratie
in Genk & Hasselt
zomer 2022
ONZICHTBAAR OUDER
Dag aan dag
zie je het niet.
Je ziet
zelfs helemaal niets
veranderen.
En toch
verandert
elke dag en
elke vezel
elke cel tot
op een dag
je toch wel
ziet dat wat
er was er niet
meer is en
dat wat was
nu anders is.
Benedicte Lemmelijn.
BENEDICTE LEMMELIJN is professor Bijbelwetenschappen aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KULeuven.
Naast haar wetenschappelijke publicaties schreef ze een aantal boeken, heel wat bijdragen voor een breder publiek en ook een kinderboek.
Sinds begin 2015 is ze tevens vaste columniste voor o.a. het weekblad Tertio. Voor de jaren 2017 en 2018 werd ze aangesteld tot stadsdichter van Zoutleeuw.
Benedicte Lemmelijn is zelf ook lid van Davidsfonds . Op de website van Davidsfonds Nationaal, in de cultuurblog staat een interview met haar. LEES HET HIER en ontdek meer over deze interessante vrouw.
juni 2022
IN DE TIJD
In de tijd schrijven we onuitwisbare sporen
Trekken we korte verhalen van aanwezigheid.
Ongebaand en ver gaand verrast ons
een onthullende weg.
Er is iets wat waakt bij de horizon,
wacht bij de einder.
Iets wat uitdaagt tot reizen.
Innerlijk.
Ongekend.
Onbestemd.
Alles doen we.
Tot we ons uitstrooien in genegenheid
en kralen vlechten
voor een eeuwig heden,
een ongekende tijd
Claire Vanden Abbeele
uit ‘Alles wacht op ons’
©Davidsfonds
Claire Vanden Abbeele is kunstenares, auteur en therapeute. Als therapeute werkt zij met mensen rond bewustwording en verlieswerking. Ze heeft reeds jaren ervaring in het begeleiden van mensen, jong en oud, individueel en in groep, vaak door middel van het kunstzinnig proces. Ze kreeg hiervoor ‘De Pluim’ van de Koning Boudewijnstichting op 3/12/2004. Haar schilderijen, boeken en vormingen die ze geeft, getuigen van een verlangen naar een leven in en met het wezenlijke.
Zij is de bezieler van vzw De Verbinding, een vereniging voor mensen die elkaar nabij zijn en ze verzorgt lezingen en bezinningen over levensthema’s, soms met poëzie en met projectie van haar schilderijen. Claire Vanden Abbeele stelt tentoon in binnen- en buitenland. Haar liefde voor het schilderen en het voortdurend appèl tot verwezenlijking en communicatie brengen haar steeds oog in oog met het mysterie van leven, liefde en dood. Thema’s die als metaforen vorm krijgen in woord en beeld.
mei 2022
IK ZOU EEN MELODIE WILLEN WORDEN.
Ik zou een melodie willen worden
in dit magische moment
om vrij in de wereld te vliegen
zodat de wind de echo verspreidt
Ik wil dat mijn luide gezang
de heldere sterren bereiken
wil op de felle golven vallen
en boven de roerige zee zweven.
Dan zouden mijn dromen klinken
en ook mijn heimelijk geluk
helderder dan heldere sterren
roeriger dan de roerige zee.
Lesya Ukrainka
vertaling Angelina Kononenko
Haar echte naam was Larysa Petrivna Kosach-Kvitka, (1871- 1913). In haar pseudoniem Lesya Ukrainka, dat weloverwogen werd gekozen, schuilen al de thema's die haar persoonlijk en artistiek dreven: het behoud en de ontwikkeling van haar moedertaal en de Oekraïnse literatuur. Ze groeide uit tot één van Oekraïnes meest befaamde dichters, was een feministe én politiek actief. Ze liet een erfenis na van gedichten, theaterstukken en essays. Haar invloed was groot.
Ze stamde uit een hecht, intellectueel ingewikkelde en patriottische familie. Haar moeder was een gerespecteerd auteur die poëzie schreef en verhalen voor kinderen. Haar vader was een welgestelde landeigenaar en een nationalistisch activist, die zijn financiële middelen gebruikte om campagne te voeren voor Oekraïne en tegen de Russische tsaristische autocratie waaronder Oekraïne gebukt ging. Hun hele leven wijdde de familie zich aan die zaak.
Ukrainka en haar broers en zussen kregen thuisonderricht, van de ouders en speciaal geselecteerde privéleraars, en leerden Oekraïens spreken en schrijven. Dat privilege zouden ze niet hebben gehad in het traditioneel onderwijs, waar Russisch de opgelegde voertaal was. Het spreken van een andere taal werd ten strengste verboden en leidde tot brutale consequenties voor zowel de studenten als hun ouders als het toch gebeurde. Door dat strak optreden vreesde Ukrainka's vader dat het Oekraïens op termijn definitief zou verdwijnen, hij financierde daarom op eigen houtje talloze publicaties in de moedertaal.
Aan de universiteit van Sint Petersburg studeerde Ukrainka aanvankelijk wiskunde, maar na twee jaar keerde ze terug naar Kiev waar ze rechten studeerde en ook haar aanleg voor talen, dat aangescherpt was door het thuisonderwijs, botvierde. Ze beheerste het Engels en Italiaans en ook Slavische talen zoals Pools en Bulgaars.
Van haar ouders leerde Ukrainka dat literatuur en politiek onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn, en dat wie neigt naar boeken en leren als vanzelf komt tot sociaal bewogen actie. Een schrijver moest zijn pen slijpen met een doel en wie pubiceerde had de morele verplichting om werken op de markt te brengen die het verschil konden maken.
Haar moeder leerde de kinderen om inspiratie en trots te puren uit hun roots. Ze nam hen mee naar het platteland om er de taal te horen spreken en om er de volksliederen te horen. Die uitstappen combineerden educatieve elementen, een politieke insteek, contact met de lokale cultuur en geschiedenis met de schoonheid van het platteland... Het zouden essentiële elementen en thema's worden in Ukraina's schrijven en werken én metaforen voor de onfortuinlijke situatie waarin Oekraïne zich bevond binnen het Russische rijk.
Tussen 1895 en 1897 was ze een actief lid van een politiek geïnspireerde literaire en artistieke beweging in Kyiv. Uiteindelijk zou ze, samen met haar broer, een eigen club stichten, naar het voorbeeld van de Franse poëziebeweging 'Pléiade' en de Bloomsbury Group in Londen. Wat de club bond was de dreiging en de bekommernis dat de Oekraïense taal verloren zou gaan. Ze ontmoetten elkaar in het geheim, vertaalden internationale werken in het Oekraïens en brachten verzamelwerken uit van Oekraiënse poëzie en proza. Die werden vaak tegengehouden door de Russische censuur, maar daar lieten ze zich niet door afschrikken.
Ukrainka zou uiteindelijk een succesvolle literaire carrière uitbouwen, die helaas veel te vroeg door tuberulosis onderuit werd gehaald. Ze stierf in 1913, amper 42 jaar oud.
bron: daily.jstor.org/lesya-ukrainka-ukraines-beloved-writer-and-activist/
april 2022
WARMTE, EEN WOONPLAATS
Liefde en het besef
van liefde daartussen bouwen
mensen een warmende woonplaats
en sprekende zeggen ze: liefste
open je ogen nu langzaam en eet
ik heb het licht voor je aangesneden
of: open je ogen niet drink nu het donker
ik heb de nacht voor je omgekocht
want liefde en het besef
van liefde daaraan ontsteken
ogen en stemmen hun licht
daarin ontbloeien de lippen
daaruit ontstaat het gedicht.
Ellen Warmond
uit: Warmte, een woonplaats (1961)
ELLEN WARMOND.
Pseudoniem van Pietronella Cornelia Van Yperen. (°23/9/1930 +28/6/2011)
Ze groeide op in Rotterdam, werd balletdanseres maar kluste ook bij als secretaresse op een handelskantoor waar men weinig affiniteit had met poëzie. Om haar dichtwerk te verbergen, koos ze een pseudoniem. In 1953 debuteerde zij met een aantal gedichten. Ze werkte lange tijd bij het Nederlands Letterkundig Museum in Den Haag, waar ze ondertussen ook woonde. Ze overleed na een langdurig ziekbed op 80-jarige leeftijd.
Ellen Warmond publiceerde een groot aantal dichtbundels, een roman (Paspoort voor niemandsland, 1961) en ook verhalen (Eeuwig duurt het langst, 1961, en Van kwaad tot erger, 1968).
Haar poëzie is vaak somber, ingetogen ook en bijwijlen ironisch. Gevoelens van vervreemding, leegte, eenzaamheid en angst zijn haar niet vreemd. Sommigen herkennen in haar werk de melancholie van vrouwen voor wie de grote feministische doorbraak nooit gekomen is. Experimenteel is haar werk niet, hoewel zij bijna een generatiegenoot was van de Vijftigers en haar thematiek met henverwant is.
Ellen Warmond ontving voor haar werk meerdere prijzen, o.a. voor haar debuutbundel Proeftuin, voor de bundel Warmte, een woonplaats. Voor haar gehele oeuvre werd ze bekroond met de prestigieuze Anna Bijns Prijs.
Bron: Wikipedia.
maart 2022
OP WANDEL
Zoals pas het statig bewegende water de rivier
tot rivier maakt, zo geeft enkel deze langzaam
aan mij voorbijglijdende wereld betekenis aan
wie in mij huist en zich al te graag verborgen
houdt. Terwijl mijn voeten door het landschap
gaan en mijn ogen op precies het juiste ritme
dit zacht verschuivende uitzicht in zich opnemen
wordt opnieuw duidelijk dat mijn aanwezigheid
hier nooit iets meer, iets anders kan zijn dan
een fluisterend, eerbiedig gesprek met de aarde.
Zoals in het verfijnde mechaniek van een Zwitsers
Horloge houden rust en beweging, veerkracht en
beheersing elkaar wandelend in balans. Stroomt
tijd zo vanzelfsprekend langs en door me heen.
Marc Tritsmans
Uit: ‘Alles is hier nog’ 2020
© Marc Tritsmans
Marc Tritsmans studeerde tandheelkunde, was ook korte tijd tandarts en daarna meer dan 30 jaar milieuambtenaar bij een lokaal bestuur. Hij debuteerde in 1992 als dichter met de dichtbundel De wetten van de zwaartekracht’, waarna vele bundels volgden. Hij publiceerde in vele literaire tijdschriften in België en Nederland en zijn gedichten werden opgenomen in talloze poëziebloemlezingen. Engelse vertalingen van zijn gedichten verschenen in literaire tijdschriften in Groot-Brittannië. In 2019 werd zijn dichtbundel Het zingen van de wereld integraal in het Afrikaans vertaald. In 2011 won hij de Herman de Coninckprijs voor de beste dichtbundel en tevens de publieksprijs voor het gedicht 'Uitgesproken'. Daarnaast won hij tweemaal de Pieter Geert Buckinxprijs (gemeente Kortessem,1991 en 1995) en tweemaal de Melopee poëzieprijs (gemeente Laarne, 2010 en2019)
Bron : Wikipedia.
februari 2022
VOOR EEN DAG VAN MORGEN
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.
Hans Andreus
HANS ANDREUS (1926 - 1977)
Synoniem van Hans van der Zant.
Hans van der Zant wilde al heel jong dichter worden, evenals zijn vriend Lucebert. Hij maakte zijn school niet af en meldde zich aan als oostfrontstrijder. Toen hij zich wilde terugtrekken, werd hem dit belet. Nadat hij verwond werd en door bemiddeling van zijn ouders in 1944 werd ontslagen uit het leger, keerde hij naar huis terug. Hij werd later vrijgesproken in de zitting van het tribunaal in Amsterdam wegens ‘onvrijwilligheid’.
In 1945 werd Hans van der Zant toegelaten tot de Amsterdamse Toneelschool. In het jaar daarop debuteerde hij als dichter onder het pseudoniem Hans Andreus. Hij verliet de Toneelschool in 1947 en besloot voortaan met werk voor tijdschriften en radio van de pen te leven. Hij werd redacteur van het literaire maandblad Podium, dat zich vanaf 1951 openstelde voor de poëzie van de Vijftigers of experimentelen, onder wie Remco Campert, Gerrit Kouwenaar, Lucebert en Simon Vinkenoog.
In 1951 verscheen Andreus’ eerste bundel, ‘Muziek voor kijkdieren’. Na de kennismaking met Vinkenoog ging Andreus in 1951 naar Parijs. De ontmoeting met diens UNESCO-collega Odile deed hem besluiten in Parijs te blijven en met haar een kamer in een hotel te betrekken. In 1953 verscheen zijn bundel ‘De taal der dieren’, waarin hij in stijl en beeldspraak aansluiting zocht bij de experimentele poëzie. In 1954 kwam de bundel ‘Schilderkunst’ uit, waarin de Parijse jaren hun neerslag kregen. Andreus was toen al met Odile naar Italië vertrokken, waar ze zich in 1953 in Rome vestigden. De vriendschap met Hugo Claus die in Parijs was begonnen, werd hier voortgezet.
In de zomer van 1954 raakte Andreus tijdens een vakantie op Elba in een ernstige psychische crisis, die zich uitte in agressie tegen zijn geliefde. Hij moest naar Nederland terugkeren, en werd in een rusthuis opgenomen. Daar kwam hij onder behandeling van de psychiater Maarten Lietaert Peerbolte. De ideeën en de therapie van Peerbolte inspireerden hem tot een dichtbundel die als een hoogtepunt in zijn werk wordt beschouwd: ‘De sonnetten van de kleine waanzin’ (1957). In 1955 kwam er een eind aan de relatie met Odile.
In 1955 maakte Andreus kennis met Rolf van Ulzen, directeur van Uitgeversmaatschappij Holland, die voortaan de meeste dichtbundels en de romans van Andreus zou publiceren en hem stimuleerde bij het schrijven van kinderboeken.
bron Wikipedia
januari 2022
LANGZAAM OOG
Men zit zijn tijd met kijken uit,
er is geen andere mogelijkheid.
Er is niet ergens niets te zien.
Lijkt het leeg, dan kijkt iets
ons nog aan dat wij vergeten zijn.
Zo zit men dus de tijd te kijken,
de wijdte tussen alles en zichzelf,
hopeloos door elkaar. En ziet
door staren in het wak niet meer
dat ook een langzaam oog,
liefst ademloos, ons overkijkt.
Er is geen andere mogelijkheid.
Bernard Dewulf
Uit: Blauwziek 2006
© De Standaard
Bernard Dewulf studeerde Germaanse filologie. Hij werkte bij Het Nieuwe Wereldtijdschrift als redacteur, later als columnist voor De Morgen en het Weekblad De Standaard. Hij werkte ook jaren voor NTGent
Van 2012 tot 2014 was hij stadsdichter van Antwerpen. Sinds januari 2017 was hij ‘writer-in-residence’ van het Koninklijk Museum voor Schone kunsten van Antwerpen.
In 2001 verscheen de essaybundel Bijlichtingen: kijken naar schilders. In dit boek bundelde hij een aantal beschouwingen over beeldende kunstenaars en probeerde hij op toegankelijke wijze de betovering bij het kijken naar schilderijen bijlichten. Hij poogde telkens weer de verleiding onder woorden te brengen die kan uitgaan van schilderijen en tekeningen. Later volgde een tweede kunstbundel, met de titel Naderingen. Kijken en zoeken naar schilders (2007) met teksten over plastische kunst.
Hij publiceerde heel wat gedichten, proza en toneel en kreeg tal van onderscheidingen en bekroningen
- In 1996 werd zijn dichtbundel Waar de egel gaat bekroond met de Vlaamse Debuutprijs.
- In 2007 kreeg hij de Saint Amourprijs voor Goede Seks, voor het beste seks-fragment.
- In 2008 ontving hij voor Naderingende Dirk Martensprijs (genre essay).
- In 2010 won hij de Libris Literatuur Prijs voor Kleine dagen.
- In 2011 ontving hij de De Inktaap voor Kleine Dagen.
- In 2013 ontving hij de Taalunie Toneelschrijfprijs voor de toneeltekst Een Lolita
- In 2013 ontving hij, samen met Julie Van den Berghe, de Cutting Edge Award voor de voorstelling Een lolita.
Dewulf was getrouwd en had een zoon en dochter. Op 23 december 2021 overleed hij, onverwacht, op 61-jarige leeftijd.
Bron: wikipedia
kerst 2021
KERSTNACHT
Kerstnacht - het woord is als een lafenis,
een koele sneeuw, glanzend onder het zachte
stralen der sterren - op de landen is
het weerloos stil, een ongerept verwachten.
Kerstnacht - het eenzaam zwerven der gedachten
rondom het oud verhaal, het nimmer uit te spreken
verlangen naar het helder zingen in de nacht en
het opgaan van de ster, een lichtend teken.
Kerstnacht - het sneeuwt op uw geschonden aarde,
dun en verstuivend dekt een huivering
van ijle val, een lichte zuivering
het vragen, dat wij stil bewaarden.
Ida Gerhardt
uit: 'Verzamelde gedichten', 2005.
IDA GERHARDT
Is een Nederlandse dichteres geboren in 1905 en overleden in 1997. Zij kreeg in het gymnasium les van de dichter J.H. Leopold, die haar inspireerde tot de liefde voor klassieke letteren , filosofie en poëzie. Ze studeerde klassieke talen, slaagde voor haar doctoraalexamen, bleef lang werkloos en werkte uiteindelijk als classica in het onderwijs. In 1935 begon ze met het schrijven van gedichten. Haar eerste bundel Kosmos verscheen op 9 mei 1940, één dag vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Ze haalde er meteen een prijs mee. Ze studeerde Hebreeuws leren en werkte samen met haar partner aan een nieuwe psalmenvertaling.
In de jaren zeventig en tachtig werd ze steeds bekender als auteur. Haar door Polak uitgegeven klassieke dichtbundels behaalden regelmatig herdrukken. Veel van haar gedichten getuigen van haar grote liefde voor de natuur
Aan het eind van de jaren tachtig leed ze aan paranoia en ging ze geestelijk achteruit. Ze overleed in 1997. Ze liet een omvangrijk oeuvre na, waarvoor ze heel wat prijzen kreeg.
Bron Wikipedia.
december 2021
WINTER
winter. Je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws
zonder de zon.
En toch is ook de nacht niet
Uitzichtloos, zolang er sneeuw ligt
Is het nooit volledig duister, nee,
Er is de klaarte van een soort geloof
Dat het nooit helemaal donker wordt.
Zo lang er sneeuw is, is er hoop.
Herman De Coninck
uit: Zolang er sneeuw ligt (Brugge, Orion, 1975)
©Klara
©Torsade de Pointes
Bord met gedicht van Herman de Coninck bij het kasteel Wissekerke te Bazel.
Herman August Paul De Coninck was een Vlaams dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever. Herman de Coninck staat bekend als “de man die zijn volk poëzie leerde lezen.
De Coninck werd in 1944 geboren te Mechelen. Hij studeerde Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Hij woonde in de wijk Zurenborg te Berchem bij Antwerpen.
Van 1966 tot 1970 was de Coninck actief als leraar.
De Coninck was dertien jaar lang redacteur bij Humo. Nadien ging hij werken voor het Nieuw Wereldtijdschrift (NWT).
In 1997 bezweek de Coninck aan een hartstilstand onderweg naar een congres in Lissabon in het bijzijn van enkele andere dichters (onder anderen Anna Enquist en Hugo Claus). Op het trottoir waar de Coninck overleed is een tegel geplaatst met zijn naam, geboorte- en sterfdatum.
Met zijn eerste dichtbundel De Lenige Liefde (1969) maakt hij poëzie toegankelijk voor iedereen. De Coninck 'herwaardeert' hierin de gewone taal en dus ook het gewone leven. Dit maakte hem tot de vader van het nieuw realisme, een stroming in de poëzie als reactie op de experimentelen.
Hij kreeg verschillende prijzen.
Met het overlijden van zijn eerste vrouw brak een moeilijke periode in de Conincks leven aan. Een periode die voor hem weer een oefening was in verliezen. Zijn volgende dichtbundel, Zolang er sneeuw ligt (1975), werd hier sterk door beïnvloed. Hij verbergt zijn emoties door te spelen met de taal. De bundel werd bekroond met de Dirk Martensprijs van de Stad Aalst (1976) en de Prijs van de Vlaamse Provinciën (1978).
In de bundel Met een klank van hobo (1980) legt hij uit wat poëzie en liefde voor hem betekenen. Later schreef de Coninck nog De hectaren van het geheugen (1985). In deze twee bundels neigt hij steeds meer naar het romantische.
De herinnering aan de Coninck wordt op verschillende manieren levend gehouden. Aan het Tramplein in Antwerpen, niet ver van De Conincks vroegere woning, werd ter herinnering aan de dichter het gedicht Thuis omhoog gehangen.
Vanaf 2007 wordt de Herman de Coninckprijs uitgereikt.
Bron - Wikipedia
Fan van Herman De Coninck?
Op de website van Klara leest u een in memoriam dat dateert van 2017, 20 jaar na zijn dood. U kan er ook gedichten lezen of ernaar luistere.
november 2021
GEDACHTENIS
Ze zeggen zoveel. Dat het went.
Dat de tijd een helende mantel is.
Zoveel dat het overgaat als griep,
vervaagt in het stof van de dagen.
Maar het blijft hangen als mist op
mijn haar. Ik overwinter in verdriet
om hoe het was, had kunnen zijn.
jij bloeit liever dan ooit te voren.
Met nog zachtere kleuren van leven,
hoewel ze zeggen dat het niet mag.
Ze zeggen zoveel. Of liever nog, niets.
En dat went nooit.
Mark Naessens
Uit: Met twee messen - 1996
Na zijn studies economie en een postgraduaat aan de Vlerick Business School werkte hij 35 jaar in de industrie als financieel directeur van een multinationale onderneming.
Zijn eerste dichtwerk werd meteen bekroond met de poëzieprijs van de Stad Tongeren in 1993. Daarna volgden nog talrijke eerste prijzen, o.a. de poëzieprijs van de Stad Harelbeke (1995), de poëzieprijs van Merendree (1995), de prijs voor Religieuze Poëzie van het IPB (1995), en de Plantage Poëzieprijs in Amsterdam (1996).
In 1996 verscheen bij de uitgeverij Lannoo zijn debuutbundel "Met twee messen".
Gedichten werden opgenomen in bloemlezingen (o.a. in "Hotel New Flanders. 60 jaar Vlaamse poëzie 1945-2005") en gepubliceerd in o.a. de Poëziekrant.
Hij was lid van het in 2012 na 20 jaar ter ziele gegane Leuvense schrijversgenootschap Mengmettaal en is nog steeds lid van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen.
Sinds hij met pensioen is, is hij ook keramiekkunstenaar en schildert hij met acryl en met olieverf.
op zijn webpagina
oktober 2021
Vergeet je niet te leven
Vergeet je niet te leven
dacht ik laatst
de tijd hield stil
een adempauze even
en als je nu eens zonder haast
buiten de tijd om wil
slagbomen neergelaten
dolgedraaide wijzerplaten
onder je door of langs je heen
ze laat voor wat ze zijn en dan
meer lucht en ogen van
het goede aardse zien
een beetje ruimte worden en misschien
iets meer gericht alleen
Kees Hermis
© Marijke Wisse voor Uitgeverij WEL
Kees Hermis is het pseudoniem van Cornelis Hendrik Herman Wisse. Hij werd geboren in Hulst, in 1941.
Hij debuteerde in 1977 met de dichtbundel ‘Vrijgesproken’. Hij woont en werkt in Oisterwijk en is ook
beeldhouwer in houtsculpturen. Hij publiceert regelmatig in literaire tijdschriften en bloemlezingen en is ook actief op poëziemanifestaties.
Hermis heeft heel wat dichtbundels op zijn naam staan. Voor hem is dichten een vorm van ademhalen. Hij is een romanticus pur sang. "Mijn poëzie is te omschrijven als een uit onbestemd heimwee geboren antwoord op werkelijkheid. Een soort van thuiskomen.", vindt hij zelf.
Hij denkt na over wat dichterschap beweegt, hoe woorden ontstaan en groeien. Het is specifiek voor zijn manier van werken is specifiek voor Hermis.
Bron – Poëzie – Uitgeverij WEL.
september 2021
Weggaan
Weggaan is iets anders
dan het huis uitsluipen
zacht de deur dichttrekken
achter je bestaan en niet
terugkomen, want je blijft
iemand op wie wordt gewacht.
Weggaan is eigenlijk een soort
van blijven, niemand wacht dan
want je bent er nog, niemand
neemt afscheid want
je gaat niet weg.
Rutger Kopland
uit 'Het Orgeltje van Yesterday'
Amsterdam, 1968
© Van Oorschot Uitgeverij
Rutger Kopland (1934-2012) was de schrijversnaam van de psychiater R.H. van den Hoofdakker. Van den Hoofdakker was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij hield zich vooral bezig met de betekenis van de slaap en de biologische klok voor het emotionele leven van zowel gezonde als psychisch gestoorde mensen. Hij publiceerde veel wetenschappelijke artikels en werkte ook als psychotherapeut.
Als Rutger Kopland werd hij één van de populairste dichters van Nederland. Hij debuteerde in 1966 met Onder het vee, de eerste van 14 gedichtenbundels. In een onnadrukkelijke, observerende stijl met veel aandacht voor het gewone woord, worden in zijn poëzie algemeen-menselijke thema's belicht. Veel van zijn gedichten beschrijven een gestold moment, een kortstondige impressie, die aanleiding vormt tot een bespiegeling over vergankelijkheid, het voorbijgaan van het moment of het scheppingsproces van de dichter. Voor veel lezers en critici weet hij toegankelijkheid, relativering en diepgang te combineren.
Zijn werk werd immens veel vertaald.
Na een ernstig auto-ongeluk in 2005 trok hij zich grotendeels terug. Interviews gaf hij nog maar weinig en hij trad nauwelijks meer op in het openbaar. In 2008 verscheen zijn laatste dichtbundel.
Hij kreeg heel wat onderscheidingen, eredoctoraten en literaire prijzen.
Bronnen: Wikipedia, Van Oorschot Uitgeverij
augustus 2021
Alle tijd
Alle tijd nog. Dacht hij soms. Maar alle tijd
is tijd te weinig voor verlangen, dat zich uitbreidt
in een andere dimensie dan de dagen
en de jaren. Alle tijd is tijd van vragen
En van twijfelen, van antwoord ook, verzet,
verzameling van alles wat vergaat, het bed
waarin een mens gedijt. Tijd vloeit en vliedt, en vraagt
niet naar de dorst van land of lucht. Hij daagt,
Verdaagt, daagt uit. En plooibaar onverwacht in handen
wordt hij, kneedbaar tot verhalen. In de panden
waar wij traag ontstaan, is tijd dat wat ons droeg.
‘Alle tijd nog?’ Vraagt hij soms. En alle tijd
is wat hij maakt en naar zijn hand zet, krijtlijn,
horizon. Slechts alle tijd is tijd genoeg.
Jos Stroobants
Uit Alle tijd is tijd genoeg 1999
© Diepenbeek.nu
JOS STROOBANTS (Leuven, 1948) studeerde Sociologie en Wijsbegeerte. Hij was lang actief in het vormingswerk en is verbonden aan de rectorale diensten van de K.U.Leuven.
Hij publiceerde 8 dichtbundels, enkele bloemlezingen en schreef vele diverse bijdragen in boeken en tijdschriften.
Hij werkte vaak samen met componisten als Vic Nees, Raymond Schroyens, Jan Valach en Kurt Bikkembergs en zijn werk werd meermaals bekroond. Hij is ook uitgebreid actief in theater en wordt gezien als een echte taalvirtuoos.
De verstilde schoonheid van zijn gedichten geeft nu eens rust en grijpt dan weer naar de keel.
“Stroobants fraseert zodanig dat de regels hun grootsheid halen uit eenvoud.”
Uit DE LEESWOLF
juli 2021
EB
Ik trek mij terug en wacht
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedere minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door ’t ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt
en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
Er is geen tijd.
Of is er niets dan tijd?
M. Vasalis
uit Vergezichten en gezichten, Van Oorschot - 1954
@ Rob C.Croes/Anefo
M. VASALIS is het pseudoniem van Margaretha Drooglever Fortuyn -Leenmans, ze was een Nederlandse dichteres en psychiater. (°13/2/1909 - +16/10/98)
'Vasalis' is een latinisering van haar achternaam 'Leenmans'. De 'M' staat niet voor 'Maria' zoals soms ten onrechte wordt gemeld.
Ze groeide op aan de rand van Scheveningen, studeerde geneeskunde en antropologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en vestigde zich na haar studie in 1939 als arts in Amsterdam. Later werkte ze als kinderpsychiater in Assen en Groningen. Ze raakte bevriend met J.C. Bloem en vele anderen in de jaren dertig in de 'salon artistique'. In 1939 trouwde ze met de latere hoogleraar neurologie Jan Droogleever Fortuyn.
In 1940 debuteerde ze met de bundel Parken en woestijnen. Andere dichtbundels zijn De vogel Phoenix uit 1947 en Vergezichten en gezichten uit 1954. De drie bundels die tijdens haar leven verschenen, bevatten in totaal slechts zo'n honderd gedichten. Postuum verscheen in 2002 De oude kustlijn.
Ze schreef traditionele gedichten. Vaak eindigen haar gedichten, na een reeks natuurindrukken, op een zelfbespiegeling. Daarnaast schreef ze ook enkele essays en een novelle. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder meer met de Constantijn Huygensprijs in 1974 en de P.C. Hooft-prijs in 1982.
Men beschreef haar gedichten met: "Een schijnbaar banaal gegeven leidt tot een flits van inzicht".
Bron Wikipedia
juni 2021
Binnen
Ze was twaalf en erg gehaast
om oud te zijn als nu, en nu
het zover is, herinnert ze
zich niet wat haar zo naar
de toekomst liet verlangen.
Ze weet alleen nog dat ze in
een opstel over later schreef:
ik word mijn eigen baas en
na een jaar ben ik zo binnen
als een huis. Het valt tegen
wat ze ziet nu ze naar binnen
kijkt vanaf de bank op het
De Coninckplein, en naast de
glasbak wacht tot er een fles
blijft staan waar nog geluk
in zit. Maar voorts is ze haar
eigen baas, als ze de mensen
met haar eigen hand naar
kleingeld vraagt en daarna
op pantoffels die van haar zijn
ergens weer een straat inslaat
en niemand nakijkt, zodat
ook niemand zich hoeft af
te vragen of ze een thuis heeft
waar haar schoenen staan.
Bart Moeyaert
"In 2007 was ik aanwezig op de Nationale Dag van het Verzet tegen Armoede (zondag 21 oktober), georganiseerd door het Antwerps Platform Generatiearmen (APGA).
Bart Moeyaert sloot de dag af in de Permeke Bibliotheek met dit gedicht. Hij las het voor in de aanwezigheid van heel veel kansarme mensen, die aan zijn lippen hingen… Heel ontroerend, ik zal dat moment nooit vergeten.
Het gedicht kreeg een vaste plek in bibliotheek Permeke aan de inkom in een ontwerp van Gert Dooreman."
Irene
Bart Moeyaert is een Vlaams schrijver en dichter en de jongste van zeven zonen.
Hij studeerde Nederlands, Duits en geschiedenis aan de lerarenopleiding Sint-Thomas in Brussel. Het onderwerp van zijn afstudeerscriptie in 1986 was het oeuvre van Aidan Chambers, een schrijver die de stijl van Moeyaert in belangrijke mate beïnvloed heeft.
In 1987 begon Moeyaert freelance te werken voor het tijdschrift Flair. Hij recenseerde er kinderboeken en vertaalde artikels. Hij schreef ook uitgebreidere stukken, zoals een artikel over
het leven van Astrid Lindgren. In november 1989 ging hij werken voor uitgeverij Averbode, eerst als corrector, later als redacteur voor de kindertijdschriften van de uitgeverij.
In 2014 werd hij aangesteld door de Raad van Bestuur van het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) en de Raad van Toezicht van het Nederlands Letterenfonds als intendant van het Gastland Vlaanderen/Nederland op de Frankfurter Buchmesse in 2016.
Moeyaert debuteerde op 19-jarige leeftijd met het autobiografische “Duet met valse noten”, dat bekroond werd als beste boek van het jaar door de Kinder- en Jeugdjury. Daarna verscheen jaarlijks een nieuw boek.
Moeyaert schreef ook gedichten. Op 25 augustus 2003 debuteerde hij met zijn dichtbundel “Verzamel de liefde”. Twee en een half jaar later, op 26 januari 2006, werd hij aangesteld als stadsdichter van Antwerpen.
© Wikipedia
Moeyaert schreef eveneens enkele toneelstukken en scenario's.Hij ontving heel wat prijzen: o.a. de Boekenwelp, De Boekenuil, de Zilveren Griffel, De Gouden uil, de Astrid Lindgren Memorial Award…
Bron Wikipedia.
mei 2021
Tracht de verwonde wereld te bezingen.
Tracht de verwonde wereld te bezingen.
Gedenk de lange junidagen,
de wilde aardbeien, de druppels roséwijn.
De brandnetels , die steevast door bannelingen
verlaten panden overgroeiden.
Je moet de verwonde wereld bezingen.
Je aanschouwde stijlvolle jachten en schepen:
Eén had een lange reis voor de boeg,
anderen wachtte enkel het zilte niets.
Je zag vluchtelingen op weg naar nergens,
je hoorde de beulen een lied van vreugde zingen.
De verwonde wereld hoor je te bezingen.
Gedenk de ogenblikken waarop jullie samen waren
In een witte kamer, het gordijn bewoog.
Keer in gedachten terug naar het concert toen de muziek losbarstte.
In de herfst raapte je eikels in het park
En bladeren dwarrelden over de littekens van de aarde.
Bezing de verwonde wereld
en de grijze, door een lijster verloren veer,
en het zachte licht, dat dwaalt en verdwijnt
en weerkeert.
Adam Zagajewski
Vertaling : René Smeets en Kris Van Heukelom
HET GEWONE LEVEN
Ons leven is gewoon,
zo las ik in een verfrommelde,
op een bank achtergelaten krant.
Ons leven is gewoon,
zo las ik bij de filosofen.
Het gewone leven,
doordeweekse dagen en zorgen,
soms een concert, een gesprek,
een wandeling in de buitenwijken van de stad,
goed nieuws, slecht nieuws –
maar voorwerpen en gedachten
waren nog enigszins onaf,
ontwerpen slechts.
Huizen en bomen
snakten naar iets anders,
En ’s zomers lagen er
groene weiden over de vulkanische planeet
als een mantel over de oceaan.
Zwarte filmzalen snakken naar licht.
Wouden ademen koortsig,
wolken zingen zacht,
een goudmerel smeekt om regen.
Het gewone leven snakt.
Adam Zagajewski
Uit : Tracht de verwonde wereld te bezingen
© By Frankie Fouganthin - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=36719012
De Poolse dichter en essayist Adam Zagajewski (1945-2021) werd geboren in een door oorlog verminkte wereld. Hij groeide op tussen de ruïnes in naoorlogs Polen. De littekens van die oorlog, die herinnerden aan een verdwenen wereld, tekenen zijn oeuvre. De afgelopen vijftig jaar groeide hij uit tot de belangrijkste Poolse dichter.
Zagajewski studeerde filosofie in Krakau, waar hij ook begon met dichten. Hij debuteerde in 1968 en maakte deel uit van een mondige generatie Poolse dichters en kunstenaars die zich tegen het communistische regime verzetten. Zijn eerste bundels brachten hem in problemen met de overheid. In 1982 emigreerde hij naar Parijs.
In het begin van zijn carrière was hij nog een sociaal geëngageerde dichter, maar halverwege de jaren zeventig ontdekte hij dat dit hem niet lag. Zijn werk werd geleidelijk ‘meer lyrisch, beschouwend, beschrijvend, bezingend’,
Al in de jaren tachtig werd hij door dichters als de Poolse Czeslaw Milosz en Russische Joseph Brodsky beschouwd als de grootste dichter van zijn generatie. In 2002 keerde hij terug naar Polen, waar hij zich opnieuw vestigde in Krakau. In deze oude universiteitsstad, de poëziehoofdstad van Polen, woonden ook de Poolse Nobelprijswinnaars Czeslaw Milosz en Wyslawa Szymborska tot hun dood.
Zijn bekendste gedicht, Probeer de verminkte wereld te bezingen, kun je volgens de dichter zelf zien als een poëtisch manifest. De dag na de aanslagen van 9/11 drukte de New Yorker het groot af op haar achterpagina, waar normaal gesproken de cartoons staan.
Irene
bron: Wikipedia
N.a.v. het overlijden van Adam Zagajewski onlangs liet Klara Johan De Boose over hem aan het woord. De Boose, die zelf schrijver is én een groot Polen-kenner blijkt te zijn, ontmoette en interviewde Zagajewski meermaals. De twee werden bevriend.
april 2021
Ik weet waarom gekooide vogels zingen
Vrije vogels duiken in een trage windval
en zweven mee omlaag tot die stilvalt,
en dopen hun vleugels in oranje zonnestralen
en durven het zwerk te kiezen.
Maar een vogel die drentelt in een krappe kooi
ziet door de tralies van zijn woede zelden iets moois.
Hij is gekortwiekt en zijn pootjes zijn geketend
daarom trekt hij zijn snavel open en zingt.
De gekooide vogel zingt met een angstige triller
over onbekende dingen waarnaar hij toch verlangt.
En zijn lied wordt vernomen in de verste bomen
want de gekooide vogel zingt over VRIJHEID
Vrije vogels azen op nieuwe vluchten
horen de passaat die de bomen laat zuchten.
Weten op bedauwde gazons verre wormen te vinden
voelen zich thuis midden der winden.
Maar een gekooide vogel waakt op het dromengraf
zijn schaduw krijst de nachtmerries van zich af.
Hij is gekortwiekt en zijn pootjes zijn geketend
daarom trekt hij zijn snavel open en zingt.
De gekooide vogel zingt met een angstige triller
over onbekende dingen waarnaar hij toch verlangt
en zijn lied wordt vernomen in de verste bomen
want de gekooide vogel zingt over VRIJHEID.
Maya Angelou
Vertaling Gert Jan De Vries
Pseudoniem van Margueritte Johnson °4 april 1928 +28 mei 2014), was een Amerikaans schrijver, dichter, zanger, danser, burgerrechtenactivist en hoogleraar amerikanistiek.
Angelou maakte naam met haar eerste roman ‘I know why the caged bird sings’, waarin ze haar tumultueuze jeugd beschreef in het gesegregeerde zuiden van Amerika. Deze bestseller werd verfilmd. Haar boek ‘Just give me a cool drink of water fore I die’ werd genomineerd voor de Pulitzerprijs.
In 1981 werd ze hoogleraar amerikanistiek. Ze was betrokken bij de Civil Rights Movement, waar ze samen werkte met Martin Luther King en Malcolm X.
Ze sprak meermaals bij officiële gelegenheden van de regering van de Verenigde Staten. Bij de inauguratie van president Clinton las ze op zijn verzoek haar gedicht On the Pulse of Morning voor.
bron Wikipedia
paasgedicht
PASEN
En dan is ze daar
verlegen als een scheut breekt ze
de aarde open
ze steekt haar kop op en stil
staart ze ons aan: hier ben ik.
Zo is de liefde
die bedolven door de dood
niet opgeeft. Ze breekt
het graf van onmacht open
en strekt haar armen naar ons.
Kom hier fluistert ze
vertel me jouw verhaal en
geef me jouw broosheid.
Laat me jou omarmen en
leef voor, met en door elkaar.
Jürgen Soetens
uit 'Als de stilte spreekt'
maart 2021
Bijna lente,
de vogels zoeken
naar zingen, de bomen naar
begin van groen, de dagen gaan
geluk van zonlicht vermoeden.
Soms denk ik: waarom? Maar
leven is blijkbaar altijd moeten
overwinnen van stilstand, behoeden
van al wat dreigt te vergaan.
Ook in mezelf.
Weifelend sta ik aan het raam,
kijk onwennig naar de
knoppen in de pruimenboom en het gras,
vooral het gras.
Het is even deemoedig als vastberaden,
even overvloedig als voorzichtig.
Ik wou dat ik zo was.
Gabriël Smit
Lente
Zo helder, helderder
dan water is de lucht
doorzichtig stil
te dun om te trillen
en helemaal nieuw
nog niets erin
geen stof geen vocht
geen rimpel
overal smelt het
zwelt het glimt het
nu gaan de dingen
weer beginnen
te gebeuren
het eind
van de winter
en juist ook
tintelen stemmen
naar binnen.
Judith Herberg
Judith Herzberg is een Joodse, Nederlandse auteur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze geïnterneerd met haar familie in Huize De Biezen in Barneveld. Toen de Duitsers het kamp ontruimden om alle Joden op transport te zetten naar Westerbork, wist zij met haar broer en zus te ontsnappen. De rest van de oorlog dook ze onder. Haar ouders werden vanuit Westerbork naar Bergen-Belsen getransporteerd, maar zijn hier levend uitgekomen.
Herzberg schrijft gedichten, toneelstukken en scenario's voor televisie en film en kreeg heel wat prijzen voor haar werk.
Herzberg is politiek geëngageerd: zo schreef zij een ingezonden gedicht voor de NRC over Taida Pasic, het meisje dat een aantal maanden vóór haar eindexamen door de Nederlandse minister Verdonck teruggestuurd zou worden naar Servië.
Vanaf 1997 siert een dichtregel van haar de gevel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten: "Als ik een mens was en geen steen wenste ik jullie om me heen".
bron: Wikipedia
VALENTIJN 2021
HUISELIJKE AUBADE
Nog en nog en nog, ben jij mijn liefste.
Dag en nacht en dag ben jij mijn liefste.
tot vervelens toe.
Ik hoor je slapen,
ik hoor in de ochtend je slaap zijn ogen opendoen.
Licht loopt op kousenvoeten door de kamer,
gaat de trap af, dekt de tafel met trage ovalen.
Gerinkel en koffie beklimmen het traphuis en roepen.
Ik slaap nog wat na in je afdruk,
zink weg in je diepdruk,
verdwijn in die vormvaste leegte.
Ik slaap op de wijze van jou.
En het zingt in mijn slaap
en je zingt het me na, ja
nog en nog en nog ben jij mijn liefste
tot vervelens toe
En dag en nacht en dag ben jij mijn liefste.
Leonard Nolens
februari 2021
WINTER
Daar is de winter
Ik kom uit bed en juich.
De wereld groeide dicht vannacht.
Vol kleine stapje staat de tuin.
gedacht wordt aan een vogel
uit een oud verhaal.
Ik zet de sneeuwman voor het raam
waarachter jij te lezen zit.
Ik weet nog niets van poëzie of Roland Holst.
Een winter aan zee is wat ik heel tevreden heb.
Nachten lang legt sneeuw zich in mijn hoofd
wanneer ik slaap.
Jij leest en schrijft jezelf naar buiten toe
terwijl je binnen blijft
en mij zo nu en dan een wandeling belooft
die je niet maakt.
Ik zie aan je gezicht
dat deze winter je meer en meer verdicht.
Johanna Kruit
Johanna Kruit werd geboren in Zoutelande op 14 december 1940.
Ze heeft een sterke binding met de zee en de duinen, en dat kan je terug vinden in haar gedichten en verhalen. Ook nachtelijke taferelen en dromen zijn vaak een inspiratie.
Zij debuteerde in 1976 met ‘Achter een glimlach’ en schreef nadien nog heel wat poëziebundels en proza.
In 1989 verscheen haar eerste dichtbundel voor de jeugd. Ze spreekt jongeren en kinderen aan door moeilijke levensvragen in eenvoudige woorden weer te geven.
Het ritme speelt in haar gedichten een bijzondere rol.
januari 2021
HUWELIJKSLIEDJE
We trouwen dit jaar met de wolken
We dansen dit jaar met de zon.
We laten ons niet langer stalken.
De wereld draait door zonder ons.
We timmeren dromen uit dorpen
Waar haast in zijn hemd is gezet.
Gebruiken wat weg is geworpen:
een stoel en een tafel, een bed.
We trouwen dit jaar met de wolken.
We dansen dit jaar met de zon.
We blijven met branie vertolken
De passie van toen het begon.
We scheren laag boven de daken.
We nestelen ons hoog in de nok.
Geen hond hoeft het erf te bewaken.
Er zit toch geen geld in de sok.
We trouwen dit jaar met de wolken.
We dansen dit jaar met de zon.
We smelten geweren en dolken.
We hijsen de witte japon.
Peter Theunynck
Ik koos voor januari, nieuwjaarsmaand, een gedicht van Peter Theunynck.
Peter kreeg heel wat prijzen voor zijn poëzie. Hij schreef de biografie van Karel van den Woestijne, waarvoor hij ook een prijs kreeg. In 2016 schreef hij een roman.
Peter woont in het Antwerpse Zurenborg en is een warme, lieve man. Hij werd vorig jaar uitgenodigd voor een lezing in de Academie van Beveren. Hij is een supporter van De Passanten.
Irene
Peter Theunynck is freelance tekstschrijver, vertaler en auteur. Sinds januari 2020 is hij vast secretaris van de KANTL (Koninklijke Academie voor Taal en Letteren).
Als dichter debuteerde hij met Berichten van de Pan American Airlines & C° (1997), een bundel die genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs. Zijn gedichten werden herhaaldelijk bekroond: Poëzieprijs van de provincie Antwerpen, Guido Gezelleprijs van de Vlaamse Academie, Gerard Michielsprijs.
In 2010 verscheen zijn biografie van Karel van de Woestijne, genomineerd voor de AKO-literatuurprijs en bekroond met de Essayprijs van de provincie Antwerpen. Het boek was ook zijn doctoraal proefschrift (KULEUVEN).
In 2013 was hij vrije stadsdichter van Brugge.
In 2016 verscheen zijn eerste graphic novel, Nel. Een zot geweld, een samenwerking met Lies Van Gasse. In datzelfde jaar debuteerde hij als romanschrijver met De Slembroucks.
Recentste boeken
- Theunynck Peter (2016), Nel. Een zot geweld (i.s.m. Lies Van Gasse). Amsterdam: Wereldbibliotheek. (graphic novel)
- Theunynck Peter (2016), De Slembroucks. Amsterdam: Wereldbibliotheek. (roman)
- Theunynck Peter (2018), Tijdrijder. Amsterdam: Wereldbibliotheek. (poëzie)
- Theunynck Peter (2018), Oma is kwijt. Amsterdam: Wereldbibliotheek (kinderboek)
geplukt uit zijn blog.
Geïnteresseerd? HIER kan u hem volgen.
Voor een meer uitgebreide bibliografie, klik HIER.
december 2020
IK MOCHT KIEZEN
Ik mocht kiezen.
Ik wist het niet.
Ik koos de vrede.
De waarheid en de schoonheid,
ik liet ze gaan,
en ook de wijsheid en de weemoed -
zelfs de liefde
die zo verwonderd naar mij keek,
zwarte wolken dreven met haar mee.
Vrede, het was vrede.
En in de verste uithoeken van mijn ziel
dansten wezens
waarvan ik zelfs nog nooit had gehoord!
En in de hemel hing een andere zon.
Toon Tellegen
uit ‘Een dansschool’ 1992
Geen ‘klassiek’ kerstgedicht, ik koos voor een gedicht van Toon Tellegen met VREDE als grote waarde. Aandacht voor vrede en hoop op vrede is vooral in deze Kersttijd belangrijk.
Toon Tellegen °1941 was huisarts en schrijver. Hij schreef kinderboeken, proza, toneel, filmscenario’s en poëzie, meestal met een filosofisch inslag. Hij kreeg, terecht, veel prijzen voor zijn werk.
Irene
Dieren kunnen niet praten, zelfs kinderen weten dat. Als ze toch praten, is er meer aan de hand. Tellegen schreef de verhalen voor zijn dochter, iedere avond voor het slapengaan kreeg ze er eentje te horen. Ondertussen kennen we ze allemaal: de mier en de eekhoorn en al die andere bosbewoners uit de dierenwereld die Tellegen schetst. Ze praten, voeren gesprekken, en hoe.
Het klinkt eenvoudig, amusant, bizar soms en de filosofische ondertoon is nooit ver weg. Het is wellicht de belangrijkste reden waarom zijn dierenverhalen ook hun weg vinden naar volwassene, en niet alleen kinderen bekoren.
In 2007 kreeg Toon Tellegen de Constantijn Huygensprijs voor al zijn boeken, verhalen en gedichten.
Tijd en zin om uw Toon Tellegenkennis wat op te frissen?
Lees HIER de verhalen uit de bundel 'Langzaam, zo snel ze konden' met prenten van Mance Post
© Patricia De Groot
november 2020
GEDICHT VAN HET LIED VAN DE HOOP
Geef mij lelies,
lelies en rozen eveneens.
maar heb je geen lelies, noch rozen als geschenk,
heb dan althans de wil om mij lelies te geven
en eveneens de rozen.
Je wil is mij genoeg, als je die hebt,
de wil om mij lelies te geven
en rozen eveneens,
en ik zal lelies hebben -
de allermooiste lelies- en ook de mooiste rozen
Zonder iets te krijgen, tenzij het geschenk
dat niets is dan jouw WIL
om mij lelies te geven en rozen eveneens
Fernando Pessoa
Uit In ons leven tallozen
Een prachtig gedicht, een hunkering naar een geschenk…. Niet het concrete geschenk is belangrijk, de Wil op zich is voldoende als geschenk.
Irene
Een gedicht van Fernando Pessoa, één van de belangrijkste Portugese dichters.
Tijdens zijn leven publiceerde hij slechts enkele gedichten. Na zijn dood, op 47 jarige leeftijd, werd een kist gevonden met 27 duizend volgekrabbelde papiertjes.
Hij schreef onder de naam Pessoa, maar had ook tientallen ‘heteroniemen,’ afzonderlijke schrijverspersoonlijkheden, met elk een eigen stijl.
Vertel anderen over ons.